Als ik in de krant lees dat 31 procent van alle startende leerkrachten na ongeveer vijf jaar het onderwijs alweer verlaat, kan ik alleen maar denken: ik was daar normaal gezien ook bij geweest. Met mijn eerder introverte aard was ik niet meteen voorbestemd om het vol te houden voor de klas. Integendeel, toen ik als leerkracht begon zag het ernaar uit dat ik na amper drie maanden het krijtje definitief zou neerleggen en andere professionele oorden zou opzoeken.

Ja, eigenlijk had ik ondertussen al tweeëntwintig jaar in de privésector moeten werken! Hoe ik het dan toch heb volgehouden in het onderwijs? Wel, dat komt door een samenloop van omstandigheden, die allemaal samen de basis vormen van mijn posts hier.

‘Van hooggevoelige overlever tot gelukkige leerkracht’ is de slagzin van deze blog. De onderliggende boodschap is natuurlijk: als ík tot een gelukkige leerkracht kan evolueren, dan kunnen zeer velen het en jij dus allicht ook, beste lezer, mocht dat je nog niet gelukt zijn ondertussen. Ook al ervaar je op dit moment misschien veel werkstress, ook al zie je momenteel wekelijks vreselijk op tegen lesuur x of y met een welbepaalde klas: dit hoeft niet zo te blijven. En aangezien je niet bij de pakken blijft zitten – je bent deze blog aan het lezen, dus je bent ondernemend – zal het ook niet zo blijven.

Nee, je hoeft niet de SipWellheld te worden van het team die zoveel energie over heeft dat hij ongevraagd een nieuwe loodzware waterbidon op de diffuser bevestigt en daarbij ook nog eens ironisch tegen alle voorbijkomende collega’s roept: ‘Just another day in Paradise!’

En nee, de Eerste Koffiezetter van dienst hoef je al evenmin te worden. Jullie team telt waarschijnlijk al zo’n vrolijkaard die met een filterzakje in zijn handen staat te grappen over het voorbije weekend terwijl anderen zich staan druk te maken in de wachtrij bij de kopieermachine. Ook die rol is allicht al ingepikt.

Het volstaat om iets te worden tussen het stressbeest van je allereerste werkdag en de overrelaxte SipWellheld in. Iets/iemand daartussenin is helemaal prima om het burn-out monster te slim af te zijn.

Lach je wel eens om jezelf terwijl je met je rug naar je leerlingen staat toegedraaid? Betrap je je wel al eens op een perfect regelmatige buikademhaling midden in een klasconflict terwijl je voorheen moest inhouden om het lokaal niet machteloos te verlaten? Jawel: dat is je jedi die al even een glimp van zijn lichtzwaard laat zien. De jedi van de M.O.R. of de Magische Orde van het Relativeringsvermogen. 😉 Voel, hij is op komst. Hij kondigt zich al aan. Hij zit alleen nog even vast onder ingesleten foute verwachtingen en faalangst waar heus vanaf valt te komen.

Ik was 22 jaar toen ik fulltime begon les te geven en mijn eerste werkjaar was simpelweg één lange nachtmerrie. Tweeëntwintig. Mijn leerlingen waren amper een paar jaar jonger dan ikzelf en ik had zelfs nog mijn lerarenopleiding niet voltooid. Sterker nog: ik had nog maar amper voor de klas gestaan toen ik als leerkracht begon. Ik had zelfs nog geen stagelessen gegeven! Ik had alleen een mini-interim gedaan in de school van mijn moeder het jaar daarvoor.

Ik streepte letterlijk ieder uur weg naar de vakantie. De leraarszaal meed ik zo veel mogelijk. Ik stierf als er collega’s door de gang liepen en door de ruit konden zien welk gebrek aan controle ik had over de leerlingen. Ik vergat door de stress zowat alles wat ik in mijn opleiding geleerd had. Ik verloor zelfs zo nu en dan de controle over mijn spraak van pure spierverkramping. Van het hele team waren er slechts twee collega’s die enige empathie toonde jegens mij als groentje. Ik ben hen er nog steeds dankbaar voor. Verder voelde ik me door iedereen met de nek aangekeken op die eerste school. Bijna iedereen deed er alsof hij als perfecte leerkracht uit een schoollocker was gestapt en nooit iets had moeten leren. Ik voelde mij daar de enige defecte robot van de hoop, de slecht gemonteerde AI-leerkracht die eigenlijk had moeten vernietigd worden maar door een of andere vergissing toch aan de schoolpoort was geleverd.

Ik heb het mede aan mijn ex te danken dat ik toen als tweeëntwintigjarige niet huilend de klas ben buiten gelopen om nooit meer terug te keren. Mijn ex bleef me maar herhalen dat volhouden goed zou zijn voor mijn CV en dat het in een andere school misschien wél fijn werken zou zijn. En gelijk had hij. Dank je wel, F., ik zal je er altijd erkentelijk voor zijn.

Daarnaast is ook literatuur een belangrijke reddingsboei voor me geweest dat ene moeilijke jaar. Ik zie me nog altijd poëzie van Rutger Kopland en Miriam Van hee lezen in mijn middagpauze. Hoe rot ik me beroepshalve ook voelde, toch drong de schoonheid van die verzen tot me door, meer dan ooit eigenlijk. Bij aanvang van elke les waar ik vreselijk tegenop zag wegens mijn eigen onervarenheid – niet door de leerlingen – legde ik een poëziebundel op mijn lessenaar als visuele houvast, als schild.

In de tweede school waar ik terechtkwam, kreeg ik het mooiste geschenk wat een jonge leerkracht kan krijgen: een foutenmarge. Ik had plots collega’s die mij erg op mijn gemak stelden. Ze gaven toe dat klasmanagement ook voor hen iets heel complex was dat ze maar langzaam in de vingers hadden gekregen. Ze benadrukten dat het normaal is dat een prille twintiger haar/hun/zijn vakkennis nog moet verstevigen en ondermijnende aanvallen kan krijgen van onzekerheid. Wat een andere sfeer dan in de eerste school waar ik werkte!

De collega’s van de Spectrumschool, mijn tweede school, draag ik dan ook stuk voor stuk een warm hart toe en dat zal altijd zo blijven, net als mijn huidige collega’s uit de! Kunsthumaniora overigens. Zonder hen stond ik nu niet als gelukkige leerkracht voor de klas. Zonder hen had ik überhaupt nooit geweten dat ik uit mijn werkverdriet van annus horribilis 1 was kunnen groeien.
Als ik een van hen ontmoet op straat, praat ik honderduit met hem/hun/haar. Maar als ik een figuur uit mijn allereerste school tegenkom, krimp ik na meer dan twee decennia nog altijd heel eventjes als Repelsteeltje op het einde van het sprookje in elkaar. Het is gewoon sterker dan mezelf want ik neem hen eigenlijk niets kwalijk of toch niet meer. Ik heb mij alleen heel lang mijn eigen onkunde van toen kwalijk genomen.

Onlangs gebeurde dat weer. Een vrouw die ik ken uit mijn eerste werkjaar liep op me toe en zei: ‘Hé hallo, wij zijn nog collega’s van elkaar geweest.’ Ik moest toen heel hard op mijn lip bijten om niet te zeggen: ‘Collega’s? Nee, u bedoelt: wij hebben op hetzelfde ogenblik in hetzelfde gebouw gewerkt. Maar collega’s? Nee, daar versta ik iets heel anders onder.’

Toch houd ik ook veel moois over aan dat eerste moeilijke werkjaar: de wetenschap dat ik het overwonnen heb, heb standgehouden en, zoals ik al zei, een grote dankbaarheid voor de fijne collega’s die ik alle volgende jaren wél op mijn pad heb mogen treffen. Ik heb in dat eerste werkjaar de basis gelegd van mijn schrijven dat toen een puur overlevingsmechanisme was en dat waarschijnlijk is gebleven.

En ja, ook de reflex om jonge, nieuwe collega’s zo hartelijk mogelijk te benaderen, hou ik over aan werkverdrietjaar 1. Als ik een beginnende leerkracht ontmoet, stel ik me ongeveer zo voor: ‘Hallo, welkom op onze school. En tegen mij kan je echt álles vertellen want ik heb dan ook alles meegemaakt in het onderwijs wat er valt mee te maken. Agressie in de klas, tieners met overaanwezige helikopterouders, emotionele chantage, pesters, just name it, naast al het mooie dat ik ook heb mogen beleven natuurlijk. Geen taboes, als er iets vervelend gebeurd is in je les en je wilt je hart luchten: doen. Vooral niet de schijn ophouden dat het allemaal vlekkeloos verloopt. En nog belangrijker: doe je zelf een grote portie zelfmildheid cadeau aan de start van je onderwijscarrière!

Nog een fijne dag of avond verder en laat de burn-out-vampier je niet bijten! Niet in je hals, niet als je voor de klas staat en al zeker niet ‘s nachts. 😉

Ruth Lasters 

We willen ook jouw mening...

Hoe was je eerste werkjaar in het onderwijs?

Of laat je stem horen...

Moet je iets van het hart over de voorbije werkdag bijvoorbeeld?
Laat wat stoom af in onze leraarszaal.

© Niets van deze blog mag gekopieerd of op welke manier dan ook gebruikt worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur.